Voetbal training U16

Voetballers van JO16 beginnen steeds meer te groeien in hun technische en fysieke kwaliteiten. Tijdens de trainingen wordt gefocust op het inzicht van spelers. Dit resulteert in oefeningen van een hoger niveau. Daarnaast zijn er veel voetbaloefeningen ontworpen met een spelelement om de spelers aandachtig te houden.

De wedstrijden worden op heel veld gespeeld, 11 tegen 11 voor 2 keer 40 minuten. De taken van iedere speler worden steeds belangrijker. Daarnaast wordt het inzicht van spelers steeds belangrijker, het bewegen zonder bal, het aanbieden bij teamgenoten en het leren van slimmigheden in het voetbal. De spelers worden steeds meer gedreven om succes te behalen, gebruik dit om het niveau van het team naar een hoger level te brengen.
training-u16
Klik op onderstaande categorieën om direct naar de oefeningen te gaan.

Klik op onderstaande link om naar de downloadbare voetbaloefeningen te gaan.


Leeftijd

Doelstelling van training

Trainingsvormen
JO15 en JO16Afstemmen van taken binnen een team
Leren van slimmigheden en inzicht in voetbal
Loopacties, aanbieden bij teamgenoten
Gevorderde positiespellen

Spelletjes

2 tegen 1 aanvallen

Met deze oefening leren de spelers samenwerken en de verdediger uit te spelen door de bal naar elkaar over te spelen.
2-tegen-1-aanvallen
  • 2 spelers met samen 1 bal vallen aan met 1 verdediger tussen.
  • De spelers moeten minimaal 2x overspelen zodat de spelers leren passen en samenspelen.

Dobbel/nummerspel

Dit spelletje zorgt ervoor dat spelers snel leren omschakelen nadat ze horen hoeveel spelers er het veld in moeten. Daarnaast leren ze alles wat ze in een echte voetbalwedstrijd gebruiken.
dobbel-nummer-spel
  • Gebruik een grote dobbelsteen of de trainer bepaalt welk getal tussen 1 en 6 wordt gekozen.
  • De spelers van beide teams staan in een rij naast het doel.
  • Het aantal van de dobbelsteen of dat de trainer roept rent het veld in en het partijspel start.
  • Als een van de teams scoort is het partijtje af, komt de bal weer in het midden te liggen en sluiten de spelers achteraan aan.
  • Iedere ronde is het partijtje anders, variërend van 1 tot 6 spelers per team.

Voetgolf

Deze oefening is een spelletje waarbij voetballers de technische aspecten van het voetbal leren op een speelse manier.
voetgolf
  • Zet verschillende banen uit, van makkelijk tot moeilijk.
  • Gebruik hoepels voor holes of pionnetjes indien hoepels niet aanwezig zijn.
  • Maak obstakels met kleine doeltjes, grote doelen, pionnen etc.
  • Dit zijn enkel voorbeelden van holes.

Schieten/afronden

Afwerken met pass vanaf achterlijn

Deze oefening leert de spelertjes zuiver passen met de goede snelheid en het leert de spelertjes afronden.
afwerken-met-pass-vanaf-achterlijn
  • Aan beide kanten van de paal staan spelers.
  • De voorste speler van het ene rijtje loopt om de pion heen zonder bal.
  • De speler met bal bij de andere pion speelt de bal zodra de speler bij de pion is kruislings naar de inlopende speler.
  • De speler schiet op doel, haalt zelf zijn bal en sluit bij de andere kant aan.
  • Nu begint de speler die net de bal speelde te lopen en speelt de speler aan de andere kant de bal.

Schieten via kaats

Deze oefening leert spelers te dribbelen en snel te handelen. De spelertjes leren ook de bal goed voor elkaar klaar te leggen.
schieten-via-kaats
  • De speler met dribbelt tussen de pionnetjes door.
  • Na het dribbelen speelt hij de bal naar de speler.
  • Deze speler legt de bal links of rechts klaar voor de andere speler.
  • De speler schiet op doel en gaat hierna de bal kaatsen.
  • De kaatsende speler haalt de bal en sluit achteraan aan.

2 tegen 2 situatie

De spelers leren met deze oefening om een aanval op te zetten en af te ronden.
2-tegen-2-situatie
  • 2 spelers staan naast de paal waarvan één met bal.
  • De speler met bal speelt de bal kruislings door de lucht of strak over de grond naar de speler aan de overkant.
  • Er ontstaat een 2 tegen 2 situatie waar de 2 aanvallers proberen te scoren.
  • Na de aanval lopen de verdedigers naar de overkant en komen er 2 nieuwe spelers als verdedigers.

Dribbelen

Kat en muis

Het doel van deze oefening is om te leren dribbelen en verdedigen. De spelers wisselen door zodat ze beide dingen leren.
kat-en-muis
  • Twee spelers zonder bal gaan in het grijze vak staan en proberen de ballen af te pakken.
  • De spelers met bal proberen door het vak te dribbelen naar de overkant.
  • Zodra iedereen is gepakt door de ‘muizen’ komen er twee nieuwe spelers in het midden.

Dribbelen door ladder

Deze oefening draagt bij aan de motoriek en snelheid van spelers.
dribbelen-door-ladder
  • Verdeel de groep in twee rijen.
  • Maak gebruik van pionnetjes of hekjes als je niet beschikt over een ladder.
  • Spelers dribbelen door de ladder zonder de gele randen te raken.
  • Geef steeds nieuwe aanwijzingen. Eerst rechtdoor met beide benen, dan twee vakken vooruit een achteruit, dan met sprongen twee vooruit en een achteruit.
  • Verzin zoveel mogelijk varianten om door de ladder te gaan, ook van links naar rechts.

Kappen en draaien

Deze oefening draagt bij aan de techniek van de spelers. Daarnaast zorgt het tempo waarin ze blijven dribbelen voor het trainen van de conditie.
kappen-en-draaien
  • Maak tweetallen. Ieder tweetal gaat om de beurt 30 seconden heen en weer tussen de pionnetjes. De trainer houdt de tijd bij.
  • Iedere ronde verandert de manier van kappen.
  • De eerste ronde is het een simpele kap, bij de ene pion met rechts, bij de andere pion met links.
  • De volgende ronde rol je de bal onder je voet terug, de volgende ronde doe je een “cruyff turn”, de volgende ronde stap je met links over de bal en neem je de bal met rechts mee enzovoort.

Passen

Door elkaar heen passen

Deze oefening leert spelers zuiver te passen terwijl ze de rest van het spel in de gaten houden.
door-elkaar-heen-passen
  • Zet een vierkant uit en verdeel 6-8 spelers over de pionnen. Per oefening wordt er met twee ballen gespeeld.
  • De spelers met bal spelen de bal schuin naar de overkant en lopen daarna achter hun bal aan.
  • De spelers die de bal ontvangen spelen de bal weer terug naar de overkant en lopen ook achter hun bal aan.
  • Omdat de spelers door elkaar heen passen moet de passing zuiver zijn en moeten de spelers goed opletten.

Lange en korte passes

Deze oefening leert de spelers zuiver te passen terwijl ze de bal zelf misschien niet goed krijgen aangespeeld.
lange-en-korte-passes
  • Maak groepen van 4-5 spelers. Zet pionnen ver uit elkaar.
  • De speler met bal speelt de bal strak over de grond of door de lucht naar de overkant. Hij loopt rechtsom achter zijn bal aan. De speler die de bal ontvangt legt de bal klaar voor de inkomende speler.
  • De inkomende speler legt de bal breed en nu speelt de andere speler de bal strak over de grond of hoog naar de andere kant.
  • De ontvangende speler legt de bal weer klaar voor de inkomende speler die de bal weer breed legt en nu volgt weer een lange bal enzovoort.

Passtechniek 2 spelers

Met deze oefeningen leren spelers op verschillende manieren te passen en leren ze hoe ze hun teamgenoot goed kunnen aanspelen.
passtechniek-2-spelers
  • Zet 2 pionnen per tweetal 8-15 meter uit elkaar.
  • Een van de spelers blijft bij de pion staan met bal, de andere speler loopt voor- en achteruit tussen de pionnetjes voor 30-45 seconden.
  • De speler met bal speelt de bal in als de speler halverwege het veldje is. De speler kaatst de bal terug en loopt weer achteruit naar de pion.
  • Nadat beide spelers geweest zijn gooit de speler de bal naar de speler en die speelt de bal terug in de handen. De ronde erna met de wreef, de ronde erna aanname op de knie en terugspelen etc.
  • Speel/gooi de bal iedere keer op de andere voet om beide benen te trainen.

Techniek

Kort dribbelen

Deze oefening draagt goed bij aan de techniek en balbehandeling van spelers.
kort-dribbelen
  • Zet een rij uit van ongeveer 7-8 pionnetjes. Zet de pionnetjes dicht achter elkaar. 50-70 cm tussen iedere pion. Maximaal 4 spelers per rij om niet te lang te hoeven wachten.
  • De spelers dribbelen één voor één door de pionnetjes.
  • Nadat iedere speler 5x door de pionnetjes heeft gedribbeld, verandert de techniek. Eerst met beide benen, dan alleen met links, dan alleen met rechts, dan alles met de buitenkant van beide voeten, dan alles met de binnenkant van beide voeten, dan alles met de onderkant van de schoen, dan alles met de wreef etc.

Bal aannemen

Met deze oefening leren spelers door middel van een spel een bal goed aannemen onder moeilijke omstandigheden.
bal-aannemen
  • Maak groepjes van 4-5 spelers.
  • Zet per groepje een klein vierkant veldje uit van 1 bij 1 meter. Maak het vierkant groter of kleiner bij een minder goede of betere techniek van de spelers.
  • De spelers met bal spelen de bal naar de spelers zonder bal die de bal stil moeten leggen in het vierkant.
  • Speel de bal steeds harder, met een stuit of door de lucht aan de hand van de techniek van de spelers.
  • De spelers draaien door volgens de pijlen op de foto.

Balbeheersing verbeteren

Deze oefening draagt bij aan de techniek van spelers door op verschillende manieren met de bal te dribbelen.
balbeheersing-verbeteren
  • Iedere speler neemt een bal aan de voet en een pion.
  • De trainer geeft aan hoe de spelers de bal om de pion spelen.
  • Eerst alleen met links, dan met rechts, dan met beide voeten, dan onder de voet met links, dan onder de voet met rechts, dan met de buitenkant schoen, dan achter het standbeen links, dan achter het standbeen rechts etc.

Positiespel

Partijen in zones

Deze vorm van partijen leert spelers slim te lopen en na te denken over de tactiek in een partijspel.
partijen-in-zones
  • Zet een veld uit met 3 vakken. In ieder vak staan 2 spelers van ieder team. De spelers mogen hun vak niet verlaten.
  • De teams mogen op beide doelen scoren na een bepaald aantal passes. In het begin is 5-6 passes genoeg. Als dit goed gaat kun je het verhogen naar 8-10 passes.

Partijen op kleine doeltjes, hele team over de middenlijn

Door de regel dat het hele team over de middenlijn moet leren de spelers om aan te sluiten bij het team zodat de ruimtes verdedigend klein zijn.
partijen-op-kleine-doeltjes-hele-team-over-middenlijn
  • Er worden simpelweg partijtjes gespeeld.
  • Een team mag pas scoren als het hele team over de middenlijn is.
  • Het doel is om te leren om aan te sluiten.

Rondo met extra aanspeelpunt

Deze variant op een rondo zorgt voor verdedigers dat ze met meer spelers rekening moeten houden. De speler in het midden leert goed hoe het is als centrale middenvelder.
rondo-met-extra-aanspeelpunt
  • Zet een vierkant uit met in het midden een klein vierkant.
  • Gebruik 8 spelers, een team van 5 en een team van 3.
  • Blauw speelt rond en mag de speler in het midden gebruiken, die speler moet de bal in een keer doorspelen.
  • Rood mag niet in het kleine vak komen, blauw mag niet in het grote vak komen.
  • Als rood de bal verovert mogen de blauwe spelers het vak inkomen en proberen de bal te veroveren.

Warming up

Vind de lege pion

Deze oefening is perfect om de sfeer op te bouwen en op te warmen.
vind-de-lege-pion
  • Zet voor iedere speler in het team een pion in een cirkel neer.
  • Een van de spelers gaat in het midden.
  • De rest van de spelers gaan allemaal bij een pion staan, één pion blijft over.
  • Het doel is om als team samen te werken door snel op te schuiven voordat de speler in het midden de pion weet aan te raken.

Rondo

Dit is misschien wel de beste oefening om op te warmen en tegelijkertijd alle aspecten van het voetbal te leren.
rondo
  • Zet een veldje uit van 10 bij 10 meter.
  • De spelers proberen de bal rond te spelen, de speler in het midden probeert de bal te onderscheppen.
  • Als de speler in het midden de bal verovert gaat de speler die de bal verliest in het midden.
  • Is de bal buiten de lijnen dan gaat de speler die de bal buiten speelt in het midden.

Slingertikkertje

Het doel is om samen te werken en te overleggen omdat het niet lukt om spelers te tikken als de tikkers allemaal een andere kant op gaan.
Slingertikkertje
  • Één speler begint als tikker. Zodra hij een speler tikt komt die bij de slinger door elkaars handen vast te houden.
  • Als iedereen getikt is, begint een andere speler als tikker.
  • Er kan een competitie van gemaakt worden door de trainer te laten timen hoe lang het iedere speler duurt om iedereen te tikken.

Snelheid

Voor en achteruit

Deze oefening draagt bij aan de snelheid en conditie van spelers.
voor-en-achteruit
  • Verdeel de groep in groepjes van 4-5 spelers. Zet 5 pionnen op een rij per groep. Spelers sprinten vooruit naar pion 2, achteruit naar 1, vooruit naar 3, achteruit naar 2 en vooruit naar 4.
  • De spelers joggen rustig buitenom terug naar het begin.
  • Verzin varianten op de oefening. In plaats van achteruit terug draaien de spelers zich om of de hele oefening zijwaarts.
  • De spelers doen de oefening in een rechte lijn en gaan niet naar rechts zoals de pijlen aangeven.

Pionnen sorteren

Deze oefening draagt bij aan de snelheid en conditie van spelers en daarnaast leert het de spelers strategisch nadenken.
pionnen-sorteren
  • Zet een vierkant uit met in het midden 3 of 4 pionnen van iedere kleur.
  • Zijn er maar 3 kleuren pionnen beschikbaar speel het spel dan per drietal en leg 3 pionnen per kleur neer.
  • Leg de pionnen op een hoop in het midden van het veld.
  • De spelers moeten zorgen dat er zo snel mogelijk op iedere hoekpion een pion van zijn kleur staat.
  • De speler linksonder bijvoorbeeld moet alle groene pionnen hebben verdeeld over de 4 hoekpionnen en weer terug zijn bij zijn beginpion.
  • De speler die dit als snelste doet, wint.

1 tegen 1 duel

Dit spelletje bevordert de strijdlust van de spelers omdat degene die scoort wint. Daarnaast werkt de oefening aan de snelheid en techniek van voetballertjes.
1-tegen-1-duel
  • Vorm 2 rijen. In het midden staat de trainer met alle ballen om zich heen.
  • Op het sein van de trainer begint aan beide kanten een speler te rennen door de pionnen.
  • Op hetzelfde moment gooit de trainer de bal richting het doel.
  • De spelers moeten proberen zo snel mogelijk door de pionnen te rennen en te scoren.
  • De spelers halen de bal en leggen die weer naast de trainer neer.

Conditie

Korte sprints

Deze oefening verbetert de motoriek, conditie en afwerktechniek van spelers.
korte-sprints
  • De spelers sprinten vooruit naar de eerste pion, sprinten zijwaarts naar de pion links of rechts.
  • Ze sprinten voorwaarts naar de volgende pion en dan weer zijwaarts naar het midden.
  • De speler met bal speelt de bal naar de inlopende speler en die werkt af op een van de twee kleine doeltjes.
  • De speler die heeft afgewerkt gaat nu de bal halen en inspelen voor de volgende speler.
  • Zorg dat er een extra speler met bal staat zodat het spel sneller door kan gaan.

Conditiecircuit

Deze oefening draagt op een speelse manier bij aan de conditie van spelers.
conditiecircuit
  • Verdeel de spelers over de verschillende onderdelen.
  • 1: De speler jogt naar onderdeel 2
  • 2: De speler sprint voorwaarts naar de pion, schuin achterwaarts terug en voorwaarts naar het einde.
  • 3: De speler stapt door de ladder, bepaal zelf hoe de spelers dat doen, verzin varianten.
  • 4: De spelers pakken een bal en dribbelen door de pionnetjes heen.
  • 5: Speel de bal naar de speler zonder bal. De speler kaatst de bal en de andere speler schiet op doel. De speler die de bal kaatste haalt de bal, legt die in het vak met ballen en loopt achter het doel langs naar onderdeel 1.

Rups

Deze oefening draagt bij aan de snelheid en conditie van spelers.
rups
  • Zet een vierkant uit van 10 bij 10 tot 15 bij 15.
  • Spelers hardlopen in een treintje rondom het vak.
  • Op het sein van de trainer sprint de voorste speler om het vak heen terwijl de rest blijft hardlopen.
  • Zodra hij achteraan is, sluit hij aan bij de trein.
  • Op het volgende teken gaat de speler die nu vooraan loopt, net zolang tot iedereen geweest is.

Voetbaloefeningen JO16 downloaden

Hieronder zie je per categorie de oefeningen gesorteerd. Klik op de oefening om deze als PDF te downloaden. Zo kun je het bijvoorbeeld tijdens de training bij je houden of zelfs uitprinten.

Training & Voetbal oefeningen andere leeftijden

Check onze pagina’s van andere leeftijden voor meer inspiratie voor een geslaagde voetbaltraining.

Hoe stel je een training voor JO16 samen?

Stel een training samen waar de spelers plezier uit halen. Op die manier blijven ze gemotiveerd en gaan ze uiteindelijk ook beter spelen. Breng de strijdlust in het spel door van iedere oefening een wedstrijd te maken. Zo geven ze alles wat ze hebben tijdens de training.