De voetbalwereld wordt gezien als conservatief, maar is op het gebied van taal zijn tijd ver vooruit. Aan talkshowtafels, maar ook in de kleedkamer en op het veld ontstaan er al decennialang schitterende uitdrukkingen, die niet zelden op het normale leven toegepast worden. Het is wel leuk om deze eens om op een rijtje te zetten. Te beginnen bij de uitdrukking die door het voetbalwedden ontstond.
De belchinees
De ‘Belchinees’ is niet iemand bij wie je telefonisch een heerlijk nummertje 37 met extra hete saus en kroepoek bestelt. Het ietwat lompe woord – daar zijn ze in ‘de voetballerij’ niet vies van – werd gebezigd door de politie en de KNVB, die bellende Aziaten langs de lijn waarnamen. Deze oosterlingen communiceerden de gebeurtenissen op het veld naar hun moederland voor voetbalweddenschappen. Anno nu is wedden op wedstrijden gebruikelijker en worden Engelse termen zoals odds (winstkansen) en expected Goals (xG) gebruikt. De term bookmakers of bookies horen we ook terug bij het Eurovisie Songfestival. Het zijn trouwens opvallend vaak legendarische oud-Feyenoorders die aan de voetbaltalkshowtafels met verrassende woorden en gezegdes komen. Menigeen trekt dat taaltje door in zijn persoonlijke beslommeringen en zegt dat hij ‘even niet lekker in de wedstrijd zit’ wanneer zich een mentale dip voordoet. Die uitdrukking is inmiddels ingeburgerd.
Niet lekker in de wedstrijd zitten
Ex-voetballers van Feyenoord zijn overigens in grote getalen vertegenwoordigd aan de talkshowtafels, waar de populairste van hen soms letterlijk een tik (“moet je een koek?”) uitdeelt. Een snelle speler is ‘op de brommer’, een ‘bobo’ die te vaak op de voorgrond treedt is ‘er te veel in gaan geloven’ en misschien zelfs ‘niet goed bij z’n paasei’.
Hotseknotsbegoniavoetbal
‘De bus parkeren’ is een bekende voetbaluitdrukking om aan te geven dat een team ‘catenaccio’ (Italiaans voor grendel) oftewel verdedigend voetbal speelt. Ook wel ‘met z’n elven voor de pot hangen’. Het liefst maakt dat elftal één goal via een counter en gooit het laat in de tweede helft ‘de wedstrijd in het slot’. Ander metaalwerk vinden we in ‘het aluminium raken’ (doelpoging op paal of lat). Sommige keepers hebben een ‘engeltje op de lat’. Is het spel nogal opportunistisch en tegelijk slordig, met veel ‘ziekenhuisballen’ en een hoop ‘gedraaf’, dan is er sprake van ‘hotseknotsbegoniavoetbal’. Toch ontstaat er dan vaak ‘oorlog in de zestien’, waar wellicht een ‘frommelgoal’ uit valt. Dat kan ook uit een ‘dwarrelbal’ die ‘erin vliegt’ ondanks de inspanningen van de ‘muurligger’, die nogal eens belachelijk wordt gemaakt in voetbalgesprekken.
Winnende coach heeft altijd gelijk? Pure scorebordjournalistiek
Een ‘pinchhitter’ of ‘supersub’ is de boomlange, ‘kopsterke’ spits die ‘wordt ingebracht’ als het ‘pompen’ wordt en er een doelpunt geforceerd moet worden. Betreedt deze het veld, dan ‘gebeurt er altijd wel iets’, zeggen de analisten steevast. De invaller weet wat ‘va-banque spelen’ inhoudt. Hij ‘kleunt’ erin, ‘werkt zich het snot voor de ogen’ en scoort uiteindelijk met een ‘puntertje’, waarna ‘de twaalfde man’ – het publiek – alsnog kan juichen. Het ‘weg is weg’ spelen van de tegenstander die alle ballen uit het eigen strafschopgebied ‘roeit’ (soms belanden deze ‘op P3’), heeft dan niet geholpen. “De winnende coach heeft altijd gelijk”, wordt er daarna gezegd over de ‘oefenmeester’ die met een zelfvoldaan gezicht plaatsneemt voor een interview. Al is dat cliché een schoolvoorbeeld van ‘scorebordjournalistiek’.
Meer voetbaljargon? Bekijk deze pagina over voetbaltermen voor een nóg uitgebreid overzicht!