Training JO12

Voetballers van U12 zitten in de fase waarin ze veel kunnen leren. Daarnaast begint hun techniek al flink te verbeteren en zijn ze toe aan uitdagende voetbaloefeningen. JO12 is het laatste jaar op een half veld. Wellicht is het leuk om alvast te trainen op een groter veld om spelers hier kennis mee te laten maken.

Spelers van JO12 spelen 8 tegen 8 op een half veld, 64 bij 42,5 meter. De wedstrijden bedragen 2 keer 30 minuten. De wil om te winnen neemt waarschijnlijk steeds meer toe. Daarnaast worden de uitslagen en ranglijst gepubliceerd wat de spelers mogelijk motiveert om kampioen te willen worden.

De focus voor de training van JO12 ligt op het samenspel en de combinatie tussen spelers. Er wordt gebruik gemaakt van positiespellen en rondo’s om spelers te leren samenspelen.
voetbal-oefeningen-jo12
Klik op onderstaande categorieën om direct naar de oefeningen te gaan. Klik op onderstaande link om naar de downloadbare voetbaloefeningen te gaan.

Leeftijd

Doelstelling van training

Trainingsvormen
JO11 en JO12Samenspel uitbreiden tot positiespel
Lopen zonder bal, dieptepasses
Spelers dekken in verdediging
Combinaties zoals driehoeken en één-tweetjes
Warming up oefeningen

Spelletjes

Tic Tac Toe

Dit spelletje draagt bij aan het dribbelen en aan het nadenken tijdens het spel.

tic-tac-toe
  • Maak teams van 3-4 spelers. Beide teams krijgen een kleur toegewezen waarvan pionnetjes bij het vak liggen.
  • Er wordt een estafette gespeeld waar de voorste speler door de pionnen dribbelt en vervolgens zijn kleur pion in een van de vakken legt met als doel 3 op een rij te maken.
  • De speler dribbelt door het midden terug naar het begin en geeft de bal aan de volgende speler over.
  • Als alle vakken vol zijn en er geen 3 op een rij is gaat het spel door maar nu mogen de spelers de pionnen die er al liggen omruilen met pionnen van het andere team.

Dobbel/nummerspel

Dit spelletje zorgt ervoor dat spelers snel leren omschakelen nadat ze horen hoeveel spelers er het veld in moeten. Daarnaast leren ze alles wat ze in een echte voetbalwedstrijd gebruiken.

dobbel-nummer-spel
  • Gebruik een grote dobbelsteen of de trainer bepaalt welk getal tussen 1 en 6 wordt gekozen.
  • De spelers van beide teams staan in een rij naast het doel.
  • Het aantal van de dobbelsteen of dat de trainer roept rent het veld in en het partijspel start.
  • Als een van de teams scoort is het partijtje af, komt de bal weer in het midden te liggen en sluiten de spelers achteraan aan.
  • Iedere ronde is het partijtje anders, variërend van 1 tot 6 spelers per team.

Partijen omgekeerde doelen

Door de omgedraaide doelen worden spelers gedwongen om over te spelen omdat ze niet zelf kunnen scoren.

Partijen-omgekeerde-doelen
  • Verdeel de spelers in twee teams.
  • Er wordt partijtje gespeeld maar de doelen staan met de opening naar de buitenkant.
  • Het veld moet groter zijn dan de twee doelpalen zodat er gescoord kan worden.
  • Dit bevordert het overspelen omdat een speler niet makkelijk zelf kan scoren.

Schieten/afronden

Schieten via kaats

Deze oefening leert spelers te dribbelen en snel te handelen. De spelertjes leren ook de bal goed voor elkaar klaar te leggen.
schieten-via-kaats
  • De speler met dribbelt tussen de pionnetjes door.
  • Na het dribbelen speelt hij de bal naar de speler.
  • Deze speler legt de bal links of rechts klaar voor de andere speler.
  • De speler schiet op doel en gaat hierna de bal kaatsen.
  • De kaatsende speler haalt de bal en sluit achteraan aan.

1 tegen 1 situatie

Deze oefening bootst een aanval na en de spelers leren een actie te maken en daarmee voorbij de verdediger te komen.
1-tegen-1-situatie
  • Naast de palen staan spelers met bal. Één van de twee spelers speelt de bal kruislings door de lucht of strak over de grond naar de aanvaller.
  • Er ontstaat een 1 tegen 1 situatie waar de aanvaller probeert te scoren.
  • De aanvaller neemt na de situatie de bal mee en wordt verdediger, de verdediger wordt aanvaller.
  • Nu begint de andere kant met een kruislingse pass.

Klaarleggen voor elkaar

Deze oefening leert spelers zuiver in te spelen, de bal goed voor elkaar klaar te leggen en af te ronden.
klaarleggen-voor-elkaar
  • Speler 1 speelt de bal naar speler 2. Speler 2 legt de bal klaar voor speler 1.
  • Speler 1 speelt de bal naar speler 3. Speler 3 legt de bal klaar voor speler 2.
  • Speler 2 schiet op doel.
  • Speler 1 loopt naar de positie van speler 2. Speler 2 loopt naar de positie van speler 3. Speler 3 haalt de bal en gaat naar de positie van speler 1.

Dribbelen

Dribbelrace

Deze oefening draagt bij aan het dribbelen en de strijdlust van de spelers.
dribbelrace
  • Verdeel de groep in 2 teams. Als het ene team een speler meer heeft, moet een speler van het team met minder spelers twee keer.
  • Er wordt een dribbelestafette gespeeld met één bal, de bal wordt doorgegeven.
  • De trainer let op of er juist wordt gedribbeld.
  • Het team dat als laatste allemaal terug is na gedribbeld te hebben drukt 10x op.

Dribbelen in + vorm

Het doel van deze oefening is om te leren dribbelen en kappen. Daarnaast raken spelers op elkaar ingespeeld.
dribbelen-in-+-vorm
  • Vanaf iedere pion start tegelijk een speler met dribbelen naar het midden.
  • In het midden kappen de spelers naar rechts en geven als ze bij de pion komen de bal aan de speler zonder bal.
  • Zijn er niet genoeg spelers om bij iedere pion een speler zonder bal te hebben, dan dribbelt de speler door naar de pion waar wel een speler zonder bal staat.
  • De speler die de bal heeft afgegeven wacht nu tot een andere speler hem de bal geeft.

1 tegen 1 lijndribbel

Deze oefening leert spelers voorbij hun tegenstander te komen terwijl ze bal dichtbij zich houden. Tegelijkertijd leren de spelers verdedigen.
1-tegen-1-lijndribbel
  • Er wordt een 1 tegen 1 duel gespeeld waar het doel is om met bal over de lijn van de tegenstander te dribbelen.
  • De speler met bal speelt de bal naar de speler zonder bal.
  • De spelers mogen allebei proberen over de lijn van de tegenstander te dribbelen als ze de bal hebben.
  • Gaat de bal uit of duurt het langer dan 20 seconden? Dan is het gelijkspel en komen er twee nieuwe spelers.
  • Wissel van volgorde zodat er steeds andere duels ontstaan.

Passen

Kaatsen en doorspelen

Deze oefening leert spelers op tempo passen en de bal goed klaarleggen voor hun teamgenoten.
kaatsen-en-doorspelen
  • Minimaal 8 spelers nodig voor deze oefening, twee bij elke pion.
  • Speler 1 speelt naar speler 2, speler 2 kaatst de bal op speler 1. Speler 1 speelt de bal naar speler 3, speler 3 kaatst op speler 2. Speler 2 speelt naar speler 4. Speler 4 kaatst naar speler 3, die speelt naar de 2e speler bij positie 1 enzovoort.
  • Speler 1 loopt naar positie 2, speler 2 naar positie 3 enzovoort.
  • Het is een doorlopend proces dat bij iedere pion hetzelfde is, kaatsen op de speler voor je en diagonaal spelen naar een pion verder.

Passen als team

Deze voetbal oefening leert spelers met beide benen passen en aannemen.
passen-als-team
  • Doe deze vorm met maximaal 8 spelers om stilstaan te voorkomen. Bij meer dan 8 spelers, zet de vorm 2 keer uit.
  • Speel de bal rond volgens de pijlen. Na de laatste pass wordt er terug gedribbeld. Iedere speler draait in dezelfde volgorde door.
  • De L en R betekenen het been waarmee de spelers het beste kunnen aannemen om vervolgens de bal met de andere voet door te spelen.

Lange en korte passes

Deze oefening leert de spelers zuiver te passen terwijl ze de bal zelf misschien niet goed krijgen aangespeeld.
lange-en-korte-passes
  • Maak groepen van 4-5 spelers. Zet pionnen ver uit elkaar.
  • De speler met bal speelt de bal strak over de grond of door de lucht naar de overkant. Hij loopt rechtsom achter zijn bal aan. De speler die de bal ontvangt legt de bal klaar voor de inkomende speler.
  • De inkomende speler legt de bal breed en nu speelt de andere speler de bal strak over de grond of hoog naar de andere kant.
  • De ontvangende speler legt de bal weer klaar voor de inkomende speler die de bal weer breed legt en nu volgt weer een lange bal enzovoort.

Techniek

Bal aannemen

Met deze oefening leren spelers door middel van een spel een bal goed aannemen onder moeilijke omstandigheden.
bal-aannemen
  • Maak groepjes van 4-5 spelers.
  • Zet per groepje een klein vierkant veldje uit van 1 bij 1 meter. Maak het vierkant groter of kleiner bij een minder goede of betere techniek van de spelers.
  • De spelers met bal spelen de bal naar de spelers zonder bal die de bal stil moeten leggen in het vierkant.
  • Speel de bal steeds harder, met een stuit of door de lucht aan de hand van de techniek van de spelers.
  • De spelers draaien door volgens de pijlen op de foto.

Kort dribbelen

Deze oefening draagt goed bij aan de techniek en balbehandeling van spelers.
kort-dribbelen
  • Zet een rij uit van ongeveer 7-8 pionnetjes. Zet de pionnetjes dicht achter elkaar. 50-70 cm tussen iedere pion. Maximaal 4 spelers per rij om niet te lang te hoeven wachten.
  • De spelers dribbelen één voor één door de pionnetjes.
  • Nadat iedere speler 5x door de pionnetjes heeft gedribbeld, verandert de techniek. Eerst met beide benen, dan alleen met links, dan alleen met rechts, dan alles met de buitenkant van beide voeten, dan alles met de binnenkant van beide voeten, dan alles met de onderkant van de schoen, dan alles met de wreef etc.

Passeren met dribbel

Deze oefening leert spelers om hun tegenstander voorbij te dribbelen met behulp van een passeerbeweging.
passeren-met-dribbel
  • De speler met bal dribbelt naar de overkant. In het midden bij de pion doet hij een passeerbeweging.
  • Na de passeerbeweging speelt hij de bal naar de speler die staat te wachten. Die dribbelt nu terug naar de andere kant en doet dezelfde beweging.
  • De eerste 3-5 minuten kapt de speler rechtsom, daarna linksom. De ronde erna schaar met links en rechts meenemen, de ronde erna schaar met rechts en links meenemen enzovoort.

Positiespel

Partijen met 3 teams op grote doelen

Deze partijvorm leert spelers snel om te schakelen en daarnaast is het een leuk alternatief voor een normale partijvorm.
partijen-met-3-teams-op-grote-doelen
  • Zet een relatief klein veld uit met 2 grote doelen.
  • Maak 3 teams en zet 2 keepers op doel, de keepers blijven staan.
  • 1 team staat buiten het veld. Het team dat als eerste scoort blijft staan, het verliezende team gaat eruit voor het team dat aan de zijkant staat.
  • Het spel gaat gelijk door dus moet het team dat net scoorde gelijk omschakelen omdat de keeper gelijk mag beginnen met de bal. Het team dat er net in is gekomen mag beginnen met de bal.

Rondo met extra aanspeelpunt

Deze variant op een rondo zorgt voor verdedigers dat ze met meer spelers rekening moeten houden. De speler in het midden leert goed hoe het is als centrale middenvelder.
rondo-met-extra-aanspeelpunt
  • Zet een vierkant uit met in het midden een klein vierkant.
  • Gebruik 8 spelers, een team van 5 en een team van 3.
  • Blauw speelt rond en mag de speler in het midden gebruiken, die speler moet de bal in een keer doorspelen.
  • Rood mag niet in het kleine vak komen, blauw mag niet in het grote vak komen.
  • Als rood de bal verovert mogen de blauwe spelers het vak inkomen en proberen de bal te veroveren.

Rondo met kleine doeltjes

Deze variant op een rondo zorgt voor het snel omschakelen van spelers van aanvallen naar verdedigen.

rondo-met-kleine-doeltjes
  • Zet een veldje uit van 8 bij 8 tot 12 bij 12 met 4 kleine doeltjes eromheen.
  • De spelers buiten het veld mogen niet in het veld komen. Ze moeten proberen door het veld naar elkaar over te spelen, buiten het veld om mag niet.
  • De spelers in het veld moeten proberen de bal te onderscheppen. Als dat lukt, mogen ze proberen te scoren op de 4 doeltjes.

Warming up

Rondo

Dit is misschien wel de beste oefening om op te warmen en tegelijkertijd alle aspecten van het voetbal te leren.
rondo
  • Zet een veldje uit van 10 bij 10 meter.
  • De spelers proberen de bal rond te spelen, de speler in het midden probeert de bal te onderscheppen.
  • Als de speler in het midden de bal verovert gaat de speler die de bal verliest in het midden.
  • Is de bal buiten de lijnen dan gaat de speler die de bal buiten speelt in het midden.

Passvorm warming up

Deze eenvoudige passoefening leert spelers de basis van passen en kan een goede voetbaloefening zijn om mee te beginnen.
passvorm-warming-up
  • Deze passoefening verandert iedere 3-5 minuten.
  • Bij de eerste variant speelt speler 1 de bal naar speler 2, speler 2 draait door en speelt naar speler 3. Speler 3 sluit achter speler 1 aan en de andere spelers draaien door.
  • Na een aantal minuten komt er een kaats bij. Speler 1 speelt de bal naar speler 2, die kaatst terug naar speler 1. Speler 1 speelt de bal naar speler 3 en die sluit achter speler 1 aan.
  • Bij de laatste variant komt er nog een kaats bij tussen speler 2 en 3. Speler 1 speelt naar speler 2, speler 2 kaatst de bal terug naar speler 1. Speler 1 speelt de bal naar speler 3, speler 3 speelt de bal naar speler 2. Speler 2 speelt de bal in de loop van speler 3.

Paard van Troje

Deze oefening leert spelers samenwerken en hun motoriek te verbeteren.
paard-van-troje
  • Maak 2 teams van 5-7 spelers. De spelers houden elkaars handen vast en nemen 1 bal in het midden.
  • Het doel is om zo snel mogelijk als team om de pion en terug te dribbelen, de bal moet binnen de groep blijven.
  • Gaat de bal uit de cirkel, moet het team opnieuw beginnen.
  • Ook als de handen los gaan moet het team opnieuw beginnen.

Snelheid

Kleurenstrijd

Dit spelletje draagt bij aan de snelheid en motoriek van spelers omdat ze snel moeten reageren op wat ze horen.
kleurenstrijd
  • Verdeel de groep in 2 teams. Zet 2 verschillende kleuren pionnen neer, links en rechts.
  • De voorste speler van ieder team gaat achter de pion staan.
  • Op het teken van de trainer springen de spelers over de pion heen. Zodra de spelers hebben gesprongen, roept de trainer een van de twee kleuren waar de spelers zo snel mogelijk heen moeten rennen.

Rups

Deze oefening draagt bij aan de snelheid en conditie van spelers.
rups
  • Zet een vierkant uit van 10 bij 10 tot 15 bij 15.
  • Spelers hardlopen in een treintje rondom het vak.
  • Op het sein van de trainer sprint de voorste speler om het vak heen terwijl de rest blijft hardlopen.
  • Zodra hij achteraan is, sluit hij aan bij de trein.
  • Op het volgende teken gaat de speler die nu vooraan loopt, net zolang tot iedereen geweest is.

Dribbelen door ladder

Deze oefening draagt bij aan de motoriek en snelheid van spelers.
dribbelen-door-ladder
  • Verdeel de groep in twee rijen.
  • Maak gebruik van pionnetjes of hekjes als je niet beschikt over een ladder.
  • Spelers dribbelen door de ladder zonder de gele randen te raken.
  • Geef steeds nieuwe aanwijzingen. Eerst rechtdoor met beide benen, dan twee vakken vooruit een achteruit, dan met sprongen twee vooruit en een achteruit.
  • Verzin zoveel mogelijk varianten om door de ladder te gaan, ook van links naar rechts.

Voetbaloefeningen JO12 downloaden

Hieronder zie je per categorie de oefeningen gesorteerd. Klik op de oefening om deze als PDF te downloaden. Zo kun je het bijvoorbeeld tijdens de training bij je houden of zelfs uitprinten.

Training & Voetbal oefeningen andere leeftijden

Check onze pagina’s van andere leeftijden voor meer inspiratie voor een geslaagde voetbaltraining.

Zo stel je een leuke JO12 training samen

Het belangrijkste voor het geven van een voetbaltraining is dat je plezier geeft aan de spelers. Dit kun je doen door leuke voetbaloefeningen aan te bieden en zelf ook plezier uit te stralen. Zo gaan de spelers vanzelf beter spelen.